De kerndoelen voor het basisonderwijs bepalen de belangrijkste dingen die kinderen moeten leren. De doelen zijn vastgesteld door het ministerie en vatten samen waarop scholen zich moeten richten bij de ontwikkeling van leerlingen.
Cultuuronderwijs valt onder de “kerndoelen kunstzinnige oriëntatie”. Leerlingen leren bijvoorbeeld taal, beelden, muziek en beweging te gebruiken om gevoelens en ervaringen uit te drukken. En leren daarover communiceren. In Noord Limburg bestaat een lange traditie met de integratie van kunst- en cultuureducatie bij de andere kerndoelen.
De komende jaren wacht het primaire onderwijs een ingrijpende curriculumvernieuwing. Kunst en Cultuur nemen een prominente plek in in het nieuwe curriculum.
Structurele- en projectmatige geldstormen
De financiering van kunst en cultuur in het onderwijs kent structurele en projectmatige middelen. De belangrijkste geldstroom voor culturele activiteiten zijn de prestatieboxmiddelen waarover een school beschikt. Daarom besteden we er hieronder uitgebreid aandacht aan.
Naast de middelen uit de prestatiebox en lumpsum-gelden zijn er andere geldstormen in het primair onderwijs die kunst en cultuur voor de leerlingen financieren. Het Fonds voor cultuurparticipatie heeft namens de rijksoverheid een aantal (deel)regelingen gericht op het versterken van Cultuuronderwijs. Op dit moment zijn de belangrijkste:
Daarnaast kent het Fonds voor Cultuurparticipatie regelingen die lopen waarvoor scholen en/of culturele partners aanvragen kunnen indienen. Naar verwachting openen medio 2021 nieuwe regeleningen. Dus houd deze website van het fonds in de gaten.
Muziekonderwijs
Het stimuleren van muziekonderwijs is iets dat veel aandacht heeft van overheid en fondsen:
PRESTATIEBOXMIDDELEN
Geld voor cultuureducatie in het basisonderwijs maakt onderdeel uit van de prestatiebox-middelen. Voor schooljaar 2020-2021 is, voorlopig, 203,68 euro per leerling aanvullend beschikbaar gesteld uit de prestatiebox. Scholen moeten dit geld gebruiken voor de doelen die het ministerie aan de box heeft gekoppeld, zoals talentontwikkeling. Cultuureducatie en techniekonderwijs vallen onder de doelstelling talentontwikkeling door uitdagend onderwijs.
Van de voorlopig vastgestelde 203,68 per leerling is een bedrag uit de Prestatiebox gereserveerd voor cultuureducatie. Voor 2020-2021 is dit vooralsnog 16,37 euro per leerling. Dit bedrag is inclusief de 3 euro per leerling voor museumbezoek. Zo kan iedere basisschoolleerling minimaal één keer in zijn schooltijd naar een museum.
Het algemeen doel van de regeling is om de prestaties van leerlingen, leraren en schoolleiders te vergroten. Meer in het bijzonder is het doel om de samenhang binnen het leergebied kunstzinnige oriëntatie te vergroten en de kwaliteit van cultuureducatie te verhogen.
Wat als de prestatiebox in 2021-2022 verdwijnt?
Met ingang van 2021-2022 verdwijnt de prestatiebox, maar niet het aanvullende budget voor cultuureducatie. Dat geld wordt opgenomen in de lumpsum en het ministerie gaat monitoren dat het wel gebruikt blijft worden voor dit doel.
De scholen zijn verplicht om in hun jaarverslag en jaarrekening te melden waaraan zij de middelen voor de prestatiebox uitgegeven. Met het opnemen van het budget in de lumpsum komt deze specifieke verantwoording vanaf schooljaar 2021-2022 te vervallen. Toch wil het ministerie wel zicht houden op dit specifieke budget voor cultuureducatie, ook om de aandacht voor cultuureducatie vast te houden. Daarvoor zal het ministerie via monitoring en vragenlijsten de komende jaren scholen bevragen over de inzet op dit gebied.
Tip voor cultuurcoördinatoren
Maak een cultuureducatieplan met een duidelijk voorstel voor de besteding van het bedrag dat bestemd is voor cultuureducatie. Leg dit tijdig voor aan de directie zodat het meegenomen kan worden in het strategisch meerjarenplan en in de meerjarenbegroting.
Lumpsum
In de lumpsumbegroting staan posten voor onder meer personeel, leermiddelen, excursies, presentaties, deskundigheid en schoolontwikkeling. Hiermee krijgen schoolbesturen een grotere bestedingsvrijheid. Ze kunnen het beleid beter afstemmen op de situatie van de school en het maakt maatwerk voor leerlingen mogelijk. Schoolbesturen moeten verantwoording afleggen over hun keuzes aan personeelsleden, leerlingen, ouders en andere belanghebbenden.
De Velo (vereenvoudigde Londo-gelden), onderdeel van de lumpsum, zijn bestemd voor culturele vorming. Het budget is € 105,31 per school en € 4,39 per leerling. Dit geld is voor culturele activiteiten, de aanschaf van een methode, materiaal of scholing voor het personeel over cultuureducatie. Daar komen tot en met schooljaar 2020-2021 de prestatieboxgelden nog eens bovenop.