“Als kind was ik al gefascineerd door muziek. Thuis stond een stereo-installatie met een setje goede speakers. Laatst vond ik een foto van mij als achtjarig mannetje met een koptelefoon op mijn hoofd, weggedoken in het boekje van een cassettebandje. Ik was toen al bezig met het uitpluizen van welke muzikanten ik hoorde spelen, met teksten en met composities. De platencollectie van mijn ouders bestond uit muziek van onder andere Bruce Springsteen, Eagles en Dire Straits. Vanaf mijn twaalfde ging ik mijn eigen muzieksmaak ontwikkelen en van alles wat ik hoorde wilde ik alles weten.
Dat nieuwsgierige is denk ik de journalist in mij. Ik heb journalistiek gestudeerd en wilde aan het begin van mijn studie graag journalist worden bij OOR. Natuurlijk wilde iedereen op de opleiding dat, en er waren maar enkele stageplekken vrij bij muziektijdschriften. Ik kwam er niet tussen en ging stagelopen op de cultuurredactie van De Limburger, toen nog Dagblad de Limburger. Ik kreeg daar al vrij snel het vertrouwen van ervaren journalisten om te schrijven wat ik graag wilde schrijven.
Die vrijheid voelde in het begin een beetje eng, maar omdat de rest vertrouwen in me had voelde ik me zelfverzekerd genoeg om meer zelfstandig te gaan onderzoeken en schrijven.
Na het behalen van mijn diploma werkte ik een periode op de redactie van een magazine in Amsterdam. In diezelfde tijd zette ik de Parkpraot op, een festivalkrant voor Zomerparkfeest met informatie over het programma, achtergrondinformatie over artiesten, interviews en recensies van optredens. Niet veel later trad ik toe tot de programmacommissie van Zomerparkfeest. Destijds was Marcel Tabbers voorzitter van die commissie en ik werkte intensief met hem samen. Toen Marcel stopte keken veel mensen naar mij. Voor mijn gevoel was het te vroeg om de functie van voorzitter over te nemen want ik zat pas een half jaar in de programmacommissie. Toen mensen hun vertrouwen in me uitspraken durfde ik in het diepe te springen.
Ervaringen zoals die bij Dagblad de Limburger en bij Zomerparkfeest hebben me geleerd dat anderen vaak op een andere manier naar je kijken dan de manier waarop je naar jezelf kijkt. Soms was bevestiging van anderen precies wat ik nodig had om in mezelf te kunnen geloven. Als mensen tegen je zeggen: ‘dit is iets voor jou en het gaat je zeker lukken’, dan moet je het misschien wel serieus overwegen. Het heeft mij in elk geval al heel veel gebracht.
De laatste jaren zit ik veel op de fiets, de racefiets en de gravelbike. Ik merk dat buiten zijn me energie geeft en dat het fietsen helpt om mijn hoofd leeg te maken. Ik verzorg het management van Frans Pollux, zijn band Neet oét Lottum en de boekingen voor nog een aantal andere muzikale acts. Begin dit jaar ben ik gestart als programmeur pop bij Muziekgebouw Eindhoven. Een andere stad, een andere schaal en nieuwe mensen, die ook meteen heel veel vertrouwen uitstralen. Mijn aandacht is nu verdeeld over de muziekwereld en de sportwereld en die verdeling is erg interessant. De sportwereld en de evenementensector hebben veel overeenkomsten maar er is ook veel nieuw. In de sportwereld merk ik ook dat er mensen zijn die het heel vanzelfsprekend vinden dat ik bepaalde taken op me neem, terwijl dat niet altijd zo logisch voelt, maar als je je onzekerheden durft te benoemen reageren mensen daar meestal heel goed op. Open en eerlijk zijn helpt in samenwerkingen. Het brengt mensen in de positie om vertrouwen uit te stralen.”