Monique Romeijn

“Als kind was ik altijd aan het tekenen en ik wist al vroeg dat ik daarmee verder wilde. Mijn moeder studeerde aan de modevakschool en heeft me veel creativiteit meegegeven. Ze was verknocht aan textiel maar ik voelde uiteindelijk meer voor tekenen en schilderen. Ik ging naar de docentenopleiding in Tilburg en Nijmegen. Daarna deed ik een vervolgstudie aan de Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem. In 1986, in het laatste jaar van de opleiding in Arnhem, ben ik naar Berlijn gegaan: de liefde achterna en op zoek naar vrijheid en verdieping. Uiteindelijk bleef ik vier jaar in Berlijn en mijn Duitse liefde van toen is nu mijn man en de vader van onze twee kinderen.

Val van de muur

De val van de Berlijnse Muur maakte een diepe indruk op me. West-Berlijn was vóór november 1989 een veilige enclave waar een sterk gevoel van solidariteit heerste. Er was alle ruimte om jezelf te ontwikkelen als mens en als kunstenaar. De stad was aan het verouderen en investeerde destijds daarom veel in bijvoorbeeld studiebeurzen en subsidies.


De val van de Muur veranderde de stad van de ene op de andere dag. Er was veel vreugde en een enorme gunfactor richting mensen uit het Oosten. De stad brak letterlijk open met als gevolg dat je je vrijheid moest delen met veel meer mensen. Er ontstond een gevoel van grenzeloosheid. De West-Berlijners werden enigszins overvallen, niet alleen door de vele nieuwe gezichten en nationaliteiten, maar ook door de grote toeristenstroom. Die plotselinge veranderingen waren voor ons niet de reden om naar Venlo te verhuizen. Al vóór de val van de Muur besloten mijn vriend en ik om in Nederland te gaan wonen. We kozen voor Venlo vanwege de ligging aan de grens. Mijn man kon vanuit Venlo werken in Duitsland en ik kon aan de slag bij Kunstencentrum Venlo, destijds nog de Vrije Academie.

Inmiddels werk ik ruim vijfentwintig jaar bij Kunstencentrum Venlo. Ik ben docent tekenen en schilderen en geef de masterclass schilderen. In mijn lessen werk ik vaak aan de hand van thema’s, waaronder: hoe ga je om met ruimte? Dat kan de ruimte zijn waarin je werkt maar ook de ruimte die je als persoon inneemt of de ruimte die je een ander geeft. Een thema als ruimte is vrij abstract en geeft daarom veel mogelijkheden om er allerlei persoonlijke interpretaties aan te geven. Mensen reageren altijd vanuit een eigen referentiekader en het is belangrijk om dat in te zien. Kunst is een geweldige manier om hier bewuster van te worden. Naast mijn werk voor Kunstencentrum Venlo ben ik jaren educatief medewerker geweest bij museum van Bommel van Dam. De laatste jaren heb ik een adviserende rol gehad bij dit museum, bij Kunstencentrum Venlo en bij Odapark Venray. Het samen vormgeven van visies over de relaties tussen kunst, cultuur, natuur en educatie vind ik belangrijk. Ook maak ik eigen werk en ik haal mijn inspiratie vooral uit de natuur. Ik maak grote houtsnedes en ervaar hierin mijn vrijheid.

In 2020 kreeg ik de kans om tijdelijk gebruik te maken van een groot, leegstaand winkelpand aan het Flujasplein in Venlo. Ik heb geen moment getwijfeld en ben er direct aan de slag gegaan. Zo’n ervaring van in het diepe springen, aan de slag gaan en zien wat er ontstaat, is ontzettend mooi. In zulke vrije omstandigheden ontstaan vaak de mooiste dingen. De grote leegstand in Venlo biedt in mijn ogen allerlei mogelijkheden voor kunstenaars en cultuurmakers. Overigens ook voor voorbijgangers. Toen ik aan het tekenen en schilderen was aan het Flujasplein klopten er elke dag nieuwsgierige mensen aan om te vragen wat ik aan het doen was. Zo ontstonden hele waardevolle gesprekken en nieuwe verbindingen. Die ruimte en vrijheid om te maken en te ontmoeten gun ik iedereen in Venlo.”