Renée Verberne

De tering naar de nering

“Ik bewonder mensen die positief in het leven staan en ondanks tegenslagen, hoe groot of klein ze ook zijn, altijd optimistisch blijven. Ik ben opgegroeid in Grashoek en er woont daar een vrouw die een kei is in, zoals mijn moeder zou zeggen, ‘de tering naar de nering zetten’. Die mevrouw is moeder van een groot gezin en is ernstig ziek.


Toch zie ik haar altijd glimlachen en als ik op bezoek ben heerst er bij haar warmte, geluk en gezelligheid. Dat vind ik ontzettend krachtig. Ik zou natuurlijk grote denkers als Friedrich Nietsche of Verginia Woolf kunnen noemen als inspiratiebronnen, maar wat mij betreft is deze mevrouw uit het dorp waar ik opgroeide, nét zo inspirerend. Als opstandige, drummende puber belandde ik in een meidenband. Drummen vond ik heerlijk dus besloot ik om na de middelbare school naar de Popacademie in Rotterdam te gaan. Al tijdens de vooropleiding merkte ik dat het niets voor mij was om elke dag uren te oefenen. Mensen om me heen vonden me een type voor de kunstacademie, dus ben ik daar mijn geluk gaan zoeken. Op de Akademie voor Kunst en Vormgeving in Breda en Den Bosch, ontdekte ik dat ik me inderdaad helemaal thuis voelde tussen de vrije, creatieve denkers en makers. Na de academie exposeerde ik regelmatig, maar leven van mijn kunst was niet haalbaar. Het was ook niet mijn hoogste doel. Ik nam liever een bijbaan in de horeca, dan dat ik concessies moest doen binnen mijn kunstpraktijk door bijvoorbeeld bewust commercieel werk te gaan maken. Als jong meisje vond ik het altijd erg leuk om bezig te zijn met woorden en verhalen. Ik las veel en schreef gedichten. Na de kunstacademie ben ik daarom nog Filosofie gaan studeren aan de universiteit van Nijmegen.

Inmiddels woon ik in Venlo, ben ik moeder van twee kinderen en werk ik als kunstenaar, schrijver en fotograaf. Schrijven in opdracht brengt brood op de plank en de tijd die overblijft besteed ik aan het maken van vrij werk. Ik mijmer vaak over de tijd waarin we nu leven en over hoe we zo vervreemd lijken te zijn geraakt van de natuur. Mensen zijn duizenden jaren sterk verbonden geweest met de natuur maar de laatste eeuwen is dat radicaal veranderd. Wat doen we hier? Waar komen we vandaan? Waar zijn we nu en waar gaan we als mensheid naartoe? Ik kan hier het beste over nadenken als ik zelf de natuur in ga. Voor mijn gevoel stap ik dan even uit de ‘trein’ van het dagelijkse leven. Mijn zoektochten in de wildernis leg ik vast door middel van film en fotografie. In mijn beelden ben ik vaak naakt. Dat helpt me om een soort oer-gevoel te ervaren en me nóg dieper verbonden te voelen met mijn omgeving. Het gaat me niet zozeer om het naakt zijn. Voor mij is een naakt mens juist neutraal, universeel, krachtig en kwetsbaar tegelijk: een weerspiegeling van de mens die naar het beeld kijkt. Ik probeer onzijdig te zijn maar toch zien mensen vaak vooral een naakte vrouw. Dat zegt natuurlijk ook iets over de toeschouwer en over de tijd waarin we nog altijd leven, ondanks alle vooruitgang die we op dat gebied hebben geboekt.

Als mensen mijn vrije werk zien hoop ik dat het ze aan het denken zet over hun eigen band met de wereld om hen heen. Ik denk dat het voor alle mensen belangrijk is om de natuur regelmatig op te zoeken. Om zeker in deze tijd, vol technologie en sociale druk, af en toe te ontsnappen aan de ‘ratrace’, en om de natuurlijke werkelijkheid te ervaren en tot stilstand te komen. Het maakt je als mens bewust van wat je doet en hoe je je daarbij voelt. Bewustwording is alles: het opent je ogen en brengt je dichter bij jezelf en bij de wereld om je heen.”

Renee Verberne