“In 1953 kwamen in Blerick de eerste Molukse families wonen. Ze woonden in een barakkenkamp op het kazerneterrein. Mijn vader is daar opgegroeid en opgevoed door KNIL-militairen. In het kamp golden militaire rangordes en werd met harde hand geregeerd.
Zo’n opvoeding laat natuurlijk haar onverwerkte sporen na. De trauma’s uit de oorlog zijn in Molukse families doorgegeven van generatie op generatie. Een gevolg daarvan was dat bij ons thuis niet gepraat werd over gevoelens. Voor emotie was geen plek. Als kind kon ik mezelf daarom moeilijk uiten. Ik vond gelukkig een uitlaatklep in schrijven en muziek maken. Creatief zijn was voor mij een manier om mezelf te zijn, zonder te hoeven praten. Ik luisterde naar platen en cassettebandjes en leerde mezelf gitaar spelen. Als ik muziek maakte lukte het om contact te maken met mijn vader en zag ik dat hij trots was.
Muziek was in de ogen van mijn ouders niet iets waar ik mijn brood mee kon verdienen. Na de middelbare school ben ik meteen gaan werken en had ik allerlei verschillende baantjes. Toch bleef muziek me lokken en toen ik zesentwintig was, besloot ik naar de Rockacademie in Tilburg te gaan. Na jaren werken was het lastig om te gaan studeren. Ik was de oudste student op de opleiding en heb de studie twee jaar volgehouden. Toen ik bijna dertig was ben ik teruggekomen naar Venlo. Vanuit een pand in Q4 ben ik toen begonnen met het geven van gitaarlessen. Mijn vrouw werd in die tijd zwanger van ons eerste kindje. De lespraktijk bracht te weinig op om een gezin van te onderhouden. Samen met een compagnon begon ik daarom een horecazaak aan de Oude Markt. Ik had niks met het horecawereldje maar mijn compagnon wel. Hij werd verantwoordelijk voor het horecagedeelte en ik organiseerde jamsessies en evenementen met livemuziek. Het was een geweldige tijd maar ons live-concept bracht helaas te weinig op. Op allerlei manieren zorgden we vervolgens dat de zaak vol zat, maar dat betekende dat we ons originele idee moesten loslaten. Op een gegeven moment stond ik alleen nog maar aan de deur en een tijd later in de keuken. Ik werkte op onregelmatige tijden, werd vaker bedreigd en werd steeds banger om in mijn eigen zaak te zijn. Om de situatie vol te kunnen houden ging ik drinken en raakte ik verslaafd aan drugs. Ik was doodongelukkig en wist dat stoppen met de zaak en alles eromheen, de enige manier was om me beter te voelen.
Ik ben toen zonder hulp afgekickt en weer gitaarlessen gaan geven. Het voelde als een bevrijding om weer met muziek bezig te zijn. Ik kreeg het idee om ook online les te geven en startte het platform Gitaartrainer.nl. Ik gaf lessen in Grenswerk en zag daar, vanuit mijn ervaring als ondernemer, allerlei kansen om het gebouw op extra maatschappelijke manieren in te zetten. Zo zag ik een heleboel mogelijkheden voor samenwerkingen met het basisonderwijs en middelbare scholen. Ik heb daarvoor een plan gemaakt en kreeg de kans mijn plannen uit te voeren. Eerst op freelance basis maar al snel in loondienst. Als ik lesgeef zie ik soms kinderen die, net als ik vroeger, erg gesloten zijn. Ik begrijp hoe die kinderen zich voelen en probeer ze te leren hoe ze zich door middel van muziek kunnen uiten. Zelf ben ik inmiddels vader van vier kinderen. Ze zijn net als ik muzikaal maar als ze liever willen freerunnen of dansen dan is dat ook goed. Ik wil ze niets opdringen en zelf laten ontdekken waar ze goed in zijn en waar ze gelukkig van worden. Zij zijn de vierde generatie Molukkers in Venlo en ik hoop, door hen vrij op te voeden en thuis alles bespreekbaar te maken, de cirkel van geslotenheid te doorbreken.”