“Ik ben opgegroeid in Sevenum en op mijn vijftiende begon ik met rappen. In het begin was het vooral stoerdoenerij maar later schreef ik steeds meer over mijn eigen leven en de wereld waarin ik opgroeide. Ik kwam in contact met rappers uit Rotterdam en vanaf dat moment werd het steeds serieuzer. Ik stond met rapper Risskant in de finale van de Grote Prijs van Nederland, nam een eigen album op en toerde door heel Nederland. Mijn wereldbeeld als puber uit Sevenum was natuurlijk veel kleiner dan het wereldbeeld van rappers uit de Randstad. We hadden destijds nog niet zo veel toegang tot het internet dus ik had geen idee wat de verschillen waren tussen opgroeien in Sevenum en opgroeien in de Randstad. Door het rappen leerde ik dat de wereld veel groter was dan ik altijd had gedacht.
Op mijn zestiende ben ik Sociaal Cultureel Werk gaan studeren. Het werd op die opleiding gestimuleerd om je persoonlijke interesses in te zetten als middel om je professionele vaardigheden verder te ontwikkelen. Ik bleef naast school dus altijd bezig met hiphop. Na de opleiding kreeg ik een baan bij de gemeente Eindhoven. Via die functie kwam ik in contact met sleutelfiguren uit de Eindhovense hiphopscene en zo bouwde ik een nog groter muzikaal netwerk op. Na een paar jaar in Eindhoven wilde ik graag een pauze van mijn werk en het leven in Nederland. Ik wilde meer van de wereld zien en besloot te gaan reizen in Zuid-Oost Azië. Na deze reis kreeg ik steeds meer het gevoel dat ik in Azië meer verschil kon maken voor jongeren daar dan hier in Nederland. Ik besloot daarom te verhuizen naar Cambodja en ging werken met straatkinderen en arme communities. In eerste instantie voor een paar maanden maar uiteindelijk werden het bijna zes jaar. De organisatie waar ik voor werkte was veel bezig met talentontwikkeling en hielp kinderen met het verwerken van trauma’s door middel van muziek, kunst en educatie.
In Cambodja ontmoette ik mijn huidige vriendin. Haar levensloop is heel bijzonder en ik gebruik haar verhaal regelmatig om jongeren te laten zien dat, hoe erg hun situatie ook is, er altijd manieren zijn om wat van je leven te maken. Mijn vriendin is opgegroeid in Sihanoukville, een toeristische kuststad in het zuiden van Cambodja. Ze heeft vanaf haar zesde gewerkt om geld te verdienen voor haar familie. Door hard te werken, positief te blijven en nooit op te geven, heeft ze veel dingen mogen bereiken. Laatst kreeg ik via via een screenshot doorgestuurd. Het was een Instagram-post met een foto van een jong, Cambodjaans meisje. Bij de foto stond geschreven: ‘Elke dag denk ik aan dit meisje dat ik zag op het strand van Sihanoukville. Ze verkocht mij een armbandje en vertelde me dat het niet uitmaakt waar je vandaan komt of wat je hebt: als je maar elke dag lacht, want je moet wat van het leven maken.’ Het meisje op de foto was mijn vriendin toen ze acht jaar oud was. Ze nam contact op met de man die de foto op Instagram had geplaatst. Hij bleek leraar te zijn op een basisschool en komt dagelijks in aanraking met kinderen die over van alles klagen. De foto van mijn vriendin hangt in zijn klaslokaal en wanneer een leerling klaagt, wijst hij naar de foto en vertelt hij over de woorden van mijn vriendin.
Ik werk eigenlijk op dezelfde manier als deze leraar. Ik wil jongeren inspireren door het delen van verhalen en ervaringen. Ik geloof hierbij heel sterk in de kracht van het verpakken van een verhaal. Dat kan een rap zijn maar ook een kunstwerk, dans of een foto, zoals de leraar die zijn klas het verhaal vertelt over het meisje uit Cambodja. Rap is voor mij de verpakking waar ik me het meest prettig bij voel en telkens als ik iemand leer om een verhaal te verpakken op een manier die bij hem of haar past, ben ik een tevreden mens.”