“Graffiti heeft een soort tegenstelling in zich. Aan de ene kant is het heel vrij en artistiek en aan de andere kant juist heel macho: hoe gewaagder de plek, hoe hoger je status in de graffiti-scene. Voor mij persoonlijk is graffiti in de loop der jaren steeds meer de artistieke kant op gegaan. Ik run samen met mijn vrouw een graffiti agency waarmee we opdrachten aannemen en de uitvoering beleggen bij verschillende graffiti artiesten. Als er een opdracht tussen zit die goed past bij mijn stijl, voer ik het project zelf uit. Heel af en toe ga ik nog ‘s nachts op pad met spuitbussen en verf."
Ik begon met graffiti in 1989. Ik was toen zeventien jaar oud en woonde in Nijmegen. Mijn ouders waren binnenvaartschippers dus woonde ik, samen met andere kinderen van schippers, begeleid op kamers. Ik had in die tijd nog geen idee van wat ik wilde worden. Ik wist wel dat ik iets creatiefs wilde gaan doen maar meer ook niet. Samen met een groep vrienden was ik volop actief in de Nijmeegse graffiti-scene. ’s Nachts gingen we de straat op, op zoek naar goede ‘spots’. Er was nog geen internet dus mijn inspiratie haalde ik van de straat. Ik keek veel om me heen en was altijd op zoek naar toffe ‘pieces’. Alles wat ik mooi vond fotografeerde ik. De foto’s gebruikte ik als input voor mijn eigen creaties. Graffiti-artiesten uit heel Nederland schreven elkaar in die tijd en stuurden elkaar foto’s per post. Op zolder liggen nog stapels met brieven en foto’s uit de jaren negentig.
Na het vwo kwam ik flink in de problemen door graffiti. Eén van mijn vrienden werd opgepakt en is gaan praten. De politie haalde me thuis op, hield me twee dagen vast en daarna volgde een rechtszaak. Ik kreeg een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaar en een gigantische schadeclaim van de Nederlandse Spoorwegen. Ik moest me dus gedeisd houden en spoot daarom alleen nog op legale plekken. Mijn ouders vonden het een goed idee dat ik in Venlo ging studeren, omdat de graffiti-scene daar minder groot was dan in de Randstad. Ik ging op kamers, rondde mijn studie af en ging werken in de logistieke sector. Daarna werkte ik een tijd in de horeca en in de evenementenbranche. Ik trouwde, werd vader en leidde eigenlijk een heel burgerlijk bestaan, tot ik rond 2000 weer in aanraking kwam met graffiti. Via internet vond ik eindeloos veel nieuwe voorbeelden en ik kreeg steeds meer creatieve ideeën. Ik begon weer met spuiten en het voelde alsof ik mezelf opnieuw ontdekte. Het leek wel alsof ik mij vrijheid langzaam weer terugkreeg. Ik werd steeds meer gevraagd om werk in opdracht te maken, van kinderkamers tot tunnels van zeshonderd vierkante meter. Inmiddels ben ik fulltime graffiti-artiest.
Toen ik net begon had ik nooit gedacht dat ik van graffiti mijn werk zou kunnen maken. Begin jaren negentig werd graffiti vooral gezien als vandalisme terwijl het op dit moment een volwaardig geaccepteerde kunstvorm is. Via internet heb ik de afgelopen jaren een groot, wereldwijd netwerk opgebouwd. Ik denkt steeds meer na over hoe ik mijn bereik kan gebruiken om mensen te laten nadenken over de wereld waarin we leven. Banksy is natuurlijk een heel bekend voorbeeld van een straat artiest die dat doet met zijn werk. Zelf ben ik gestart met het spuiten van namen van mensen die de wereld in mijn ogen beter maken. Denk aan Greta Thunberg, Naomi Klein en Collin Kaepernick. Het schrijven van hun namen is een soort eerbetoon aan hun inzet en boodschap voor de wereld. Mijn droom is om uiteindelijk een wereldwijd, digitaal graffiti-platform op te zetten waarop artiesten kunnen zien wat de milieu-impact is van hun werk. Op die manier kan ik écht het verschil maken en anderen inspireren om goed te doen.”